Participatie: zo pak je het aan


Participatie - het meepraten over wijzigingen in je eigen omgeving - is een van de belangrijkste pijlers van het werk van Prolander. We luisteren naar de wensen van onze opdrachtgevers, maar ook naar de visies en ideeën vanuit de streek. Doordat bewoners en andere belanghebbenden kennis van de streek inbrengen komen we tot een beter plan voor de omgeving. We streven ernaar om mensen, ideeën en belangen bij elkaar te brengen, en zo tot een gedragen plan te komen.

Hoe is participatie ontstaan? En hoe kun je er als organisatie mee aan de slag? Op 8 juni 2021 organiseerden we ter ere van ons lustrum ‘Liefde voor het Landschap’ een webinar met participatie-expert Marion van der Voort, die alles vertelde over dit onderwerp.

“De hippies van toen zijn de boomers van nu”

Er bestaan verschillende theorieën over hoe de participatie die je nu ziet - bijvoorbeeld de bewoners die in actie komen als er plannen zijn om windmolens te bouwen in hun achtertuin - is ontstaan. “Ik denk dat het is begonnen met de hippies,” zegt Van der Voort. “Zij hebben zich in de jaren 70 ingezet voor meer democratie, voor meer inspraak.” En de hippies van toen, dat zijn de boomers van nu. Van der Voort: “Deze mensen zitten nu nog steeds in de zaal om hun mening te delen. Diezelfde hippies zeggen nu nog steeds: wij gaan hier ook over. Dit is onze omgeving, dus wij gaan meebepalen.”

Dankzij de ontzuiling van de maatschappij nam participatie steeds grotere vormen aan. Er ontstond een verschuiving van structurele participatie, naar wat Van der Voort issue participatie noemt. Waar mensen eerst de mening volgden van de groep waar ze bij hoorden, werden ze door de ontzuiling steeds vrijer om hun eigen mening over verschillende onderwerpen te bepalen. “En sinds de komst van internet in de jaren ‘90 wordt die mening breed gedeeld,” zegt Van der Voort.

Participatie tijdens de coronacrisis

Participatie is altijd in beweging. Ook de coronacrisis zorgde voor een verschuiving: van fysieke gebiedsbijeenkomsten naar digitale sessies. Waar voorheen altijd dezelfde mensen op de bijeenkomsten af kwamen, zag Van der Voort dat er door de digitale bijeenkomsten een andere doelgroep werd aangetrokken. “Mensen met kleine kinderen, of mensen die minder mobiel zijn, kunnen opeens meedoen. En ze kunnen nu op een andere manier hun mening delen. Ze hoeven niet in een volle zaal op te staan en hun verhaal te doen.” Nu corona op haar retour lijkt te zijn, moeten organisaties dan ook nadenken welke vorm van participatie het beste bij hun doelgroep past: fysiek, digitaal of misschien wel een combinatie?

Hou het simpel!

Wie wel eens aan de slag is gegaan met participatie, heeft misschien wel eens gehoord van de participatieladder. Het is een visualisatie van de verschillende niveaus waarop burgers invloed kunnen uitoefenen. Van der Voort pleit ervoor om de participatieladder los te laten: “Het maakt participatie onnodig ingewikkeld. Dan raak je verstrikt in een gesprek over de participatie zelf. Dat moet je niet willen.” Participatie kost tijd en geld, maar hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Van der Voort: “Hou het simpel, maar sla het niet over. Als je het niet goed of helemaal niet organiseert, ben je uiteindelijk duurder uit. Want dan is de kans veel groter dat je bij de rechter terechtkomt, en daar bakzeil haalt. Bovendien wordt een plan vaak beter van participatie.” En begin op tijd: ga niet pas het gesprek aan met de omwonenden als er al een heel plan op tafel ligt.

In gesprek aan de keukentafel

Volgens Van der Voort is een persoonlijke benadering de sleutel tot succesvolle participatie. “Hoe ga je om met je buurman? Zo moet je eigenlijk ook omgaan met de bewoners,” zegt Van der Voort. “Als ik een nieuw schuurtje wil bouwen, dan bel ik even aan bij de buren voordat ik de vergunning aanvraag.” Ook voor grootschalige projecten werkt een simpele aanpak het beste: “Bel als het even kan aan en ga in gesprek aan de keukentafel. Dan wordt het een persoonlijk gesprek, en ben je niet meer die instantie waar tegenover mensen zich machteloos voelen.”

Daarnaast heeft Van der Voort nog een aantal gouden regels voor participatie. “Die zijn echt niet wereldschokkend, maar soms zijn simpele dingen ook gewoon waar.”

  • Bied duidelijkheid vooraf: waar gaan we het over hebben (en waarover niet)?
  • Maak het persoonlijk: wees bereikbaar.
  • Begin op tijd: kom niet met een kant-en-klaar plan naar de mensen toe.
  • Zoek de vraag achter de vraag: wat bedoelen mensen?
  • Geen ‘watjes’, maar waarom (waarom wil iemand iets wel of niet).
  • Emotie versus feiten: feiten houden tegenover emoties geen stand.
  • Maak inbreng zichtbaar: wat gebeurt er met de inbreng?
  • Hou het leuk: zorg ook voor iets lekkers om te eten.