Bruikleen percelen Hunze
Gedeputeerde Staten van de Provincie Drenthe (hierna te noemen “Provincie”) zijn voornemens om een bruikleenovereenkomst te sluiten met een partij (hierna te noemen “de gegadigde”), waarbij de Provincie meerdere percelen grond gelegen in de Bronnegermaden te Bronneger, in gebruik geeft aan de gegadigde.
Kadastraal bekend:
gemeente Borger, sectie N, nummer 270, groot 01 ha 36 a 30 ca;
gemeente Borger, sectie N, nummer 1265, groot 00 ha 63 a 50 ca;
(hierna te noemen “de percelen”).
Gegadigde is bereid de percelen te verkopen aan de provincie Drenthe teneinde bij te dragen aan de provinciale doelen inzake de realisatie van het Natuur Netwerk Nederland (NNN). Bij deze verkoop heeft gegadigde aangegeven de percelen enkel te verkopen indien hij de percelen in 2026 en 2027 kan gebruiken op basis van een bruikleenovereenkomst met de provincie Drenthe.
De voorwaarde betreffende het gebruik van de percelen vervalt indien vóór afloop van de tweejarige termijn inrichtingswerkzaamheden op de grond dienen te worden uitgevoerd, waardoor het beoogde gebruik door gegadigde niet kan worden gerealiseerd.
Gelet op het voorgaande, is de Provincie van oordeel dat er op grond van objectieve, redelijke en toetsbare criteria slechts één serieuze partij in aanmerking komt voor gebruik door na het sluiten van de verkoopovereenkomst een bruikleenovereenkomst met de gegadigde te sluiten, te weten: de gegadigde.
Vervaltermijn
Iedere serieuze gegadigde die vindt dat hij op grond van voornoemde objectieve, redelijke en toetsbare criteria ook voor een verkoopovereenkomst in aanmerking komt met betrekking tot het perceel, dient binnen twintig (20) kalenderdagen na de dagtekening van deze publicatie (uiterlijk op 3 november 2025 tot 12.00 uur) een kort geding aanhangig te maken met betrekking tot die zaak bij de rechtbank Noord-Nederland. Hij dient dit tijdig vooraf te melden aan [email protected] onder vermelding van “bedenkingen tegen bruikleen percelen Hunze” zodat bij de aanvraag van het kort geding onder meer rekening kan worden gehouden met de verhinderdata van (de advocaat van) de Provincie.
Bij gebreke van het tijdig aanhangig maken van een kort geding binnen voornoemde termijn, vervalt het recht tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren, althans heeft u uw rechten daarop verwerkt. De Provincie en haar wederpartij zouden immers onredelijk worden benadeeld indien pas na deze (duidelijk kenbaar gemaakte) termijn alsnog tegen het voornemen respectievelijk het aangaan van de overeenkomst(en) zou worden opgekomen. Bij gebreke van het tijdig aanhangig maken van een kort geding acht de Provincie zich vrij om na verloop van twintig (20) dagen na datum van deze publicatie inzake dit voornemen, haar medewerking te verlenen aan de verkoopovereenkomst aan de gegadigde.
De Provincie publiceert dit voornemen op 13 oktober 2025. Met deze publicatie geeft de Provincie uitvoering aan het arrest van de Hoge Raad d.d. 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778).
Voor eventuele vragen en/of nadere inlichtingen met betrekking tot deze publicatie kunt u een e-mailbericht sturen naar [email protected] onder vermelding van: naam, adres en functie afzender (bedrijf en personen), publicatiedatum en uw vraag. Het stellen van vragen of anderszins contact met de Provincie naar aanleiding van deze publicatie ontslaat u niet van het tijdig aanhangig moeten maken van voornoemd kort geding.